Obama en geloof
Obama zegt: ’Democratie vraagt dat religieus gemotiveerde mensen hun bekommernissen vertalen in universele waarden, eerder dan in godsdienstige waarden. Democratie vraagt dat hun voorstellen kunnen beargumenteerd worden en in redelijke categorieën worden geformuleerd. Ik kan om religieuze redenen tegen abortus zijn, maar als ik een wet wil verdedigen die abortus verbiedt, kan ik niet alleen verwijzen naar de leer van mijn Kerk of naar de wil van God. Ik zal moeten uitleggen waarom abortus bepaalde principes schendt van diegenen die een ander geloof hebben, of diegenen die helemaal geen geloof hebben’.
Hij stelt daarbij centraal: gelijkheid, vergevingsgezindheid, naastenliefde.
Wat heeft Obama nu te maken met mijn onderwerp?
Wel als we eerst eens kijken naar ons politiek landschap, zien we dat elke partij streeft naar gelijke kansen in het onderwijs. Ze willen dat ieder kind school kan lopen, ongeacht zijn religie, geloof of beperkingen. Ieder kind heeft recht op onderwijs. Daar streeft ook Obama naar. Het is belangrijk dat er meer en meer integratie gestimuleerd wordt voor kinderen met een beperking in het regulier onderwijs (in het mogelijke natuurlijk). Obama wil ook dat voor de mindergestelde personen (waaronder de kinderen met syndroom van Down) gelijke kansen in het onderwijs bestaat. Hoever zijn visie rond de integratie van Downkinderen is, is nog een vraagteken. Maar Obama is een man met vele visies die voor iedereen iets kan opbrengen in de maatschappij. Het is belangrijk dat deze ideeën, projecten, visies ondersteund en aangemoedigd worden. Hoe meer steun, hoe meer mensen geholpen kunnen worden.
Politieke partijen en standpunten over religie en levensbeschouwing
Alle politieke partijen streven naar gelijke kansen in het onderwijs. En dat liefst zo kosteloos mogelijk. Ze willen iedereen de kans geven om naar school te gaan.
Dit is heel goed voor kinderen met Down. Zo krijgt ook dit kind de kans om regulier onderwijs te volgen. Het zo kosteloos maken is heel handig voor de extra zorgen die dit kind nodig heeft. Iemand met Down heeft meer begeleiding en zorg nodig dan een "gezond" kind. De Vlaamse partijen streven dan ook naar het verhogen van studietoelagen en het verlagen van inschrijvingsgeld.
Het baart me wel eens zorgen dat 'ieder kind een individuele begeleider nodig heeft'. Dit is niet haalbaar. Ieder kind heeft zijn/haar eigen werkpunten/problematiek. Dit vergt veel zorguren, en juist deze zijn er nu al te weinig. Hoewel voor een kind met syndroom van Down dit handig zou zijn, heeft dit kind ook vrijheid nodig, en moet het leren leven en zijn plan trekken tussen de anderen, zonder steeds die begeleiding te hebben. Op die manier gaat het ook meer mee kunnen functioneren in onze maatschappij. Onze partijen willen wel gelijke kansen geven naar de toekomst toe. Ze sluiten geen kinderen uit, en willen graag ieder kind de kans geven tot kennisoverdracht, het lopen van onderwijs, een toekomst uitstippelen en bouwen. Wat weer een mooie kans is voor iemand met Down.
Ik lees wel vooral doelstellingen over het TSO en ASO. Er wordt weinig gesproken over het buitengewoon onderwijs. Bij Spirit bv. komt dit mooi aan bod. Als het kind geen regulier onderwijs kan volgen, moet er een mogelijkheid zijn dat het kind kan overstappen naar buitengewoon onderwijs. Wat inderdaad van toepassing is. Ze willen ook dat het financiële aspect aangepast wordt. Dit is weer handig voor de ouders met een kind met syndroom van Down. Ik kan mij best voorstellen dat zij meer financiele bijdragen moeten leveren aan hun kind qua begeleiding e.d. Wat mooi is, is dat zowel Spirit als andere partijen streven naar het stimuleren van integratie in het onderwijs. Het is niet omdat je een kind met Down hebt dat je deze rechtstreeks naar het buitengewoon onderwijs moet sturen. Zoals elke partij vermeldt:
"Niet ieder kind is hetzelfde, elk kind heeft zijn talenten en zijn keuzes!" en daar hoort veel rekening mee gehouden te worden.
Wat ik nog heel belangrijk vind, is het bijscholen en het uitbreiden van stages voor studenten in de lerarenopleiding. Iedere partij wil graag dat er een variatie is in stages. Dit niet alleen qua leeftijden, maar ook qua doelgroepen. Vb. regulier onderwijs, buitengewoon onderwijs, buitenschoolse activiteitencentra, enz. Er is een grote waaier aan kennis en praktische ervaringen die wij als studenten kunnen opdoen. Zeker naar later toe is dit handig. Je kan altijd in je klasje een kind met Down hebben. Je hebt dan een basisrugzak hoe je je als KO moet opstellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten