zaterdag 6 augustus 2011

Regulier vs buitengewoon onderwijs

Kenmerken basisschool VS zmlk scholen

Kenmerken van de basisschool


* Open deuren
* Grote klassen
* Alles op één niveau
* Geen of weinig speciale aanpassingen
* Aanmelding gebeurt via inschrijving
* Meestal een klassikaal leersysteem
* Een leerkracht voor de groep, soms met steun van een onderwijsassistent(e)
* De school ligt in de buurt waar het kind woont
* Na het 6de leerjaar gaan de kinderen van school af naar een school met een nieuwe naam


Kenmerken zmlk (zeer moeilijk lerende kinderen) school/buitengewoon onderwijs:

* Bij de aanmelding vinden toelatingsonderzoeken plaats. (onderzoeken door veel verschillende mensen: schoolarts, orthopedagoog/psycholoog, maatschappelijk werker, interne begeleidster(s) )

* Kleine klassen

* Per groep is er een leerkracht en een klassenassistente werkzaam

* Elke leerling heeft een eigen individuele hulpvraag, en ook een individueel handelingsplan

* Speciale aanpassingen zoals keukens in de lokalen, dagritmekaartjes, veel visualisatie.

* Er vindt regelmatig een leerlingbespreking per klas plaats. Daarin zitten de mensen van de begeleidingscommissie, en de leerkracht en assistente van de betreffende groep.

* De school ligt meestal niet in de directe woonomgeving van het kind. Hij of zij is meestal aangewezen op speciaal vervoer. Er wordt op de zmlk school wel aandacht besteed aan ‘openbaar – vervoer - training’

* De leerling blijft gedurende langere tijd /maximaal tot zestien jaar leerling van een school.

Onderzoeksvraag: Buitengewoon onderwijs of regulier onderwijs?


Voor men hier een keuze in maakt, moet men goed weten waartoe het kind allemaal in staat is. Hoe is zijn ontwikkeling(sleeftijd), kan hij mee functioneren (al dan niet in het regulier onderwijs). Men kijkt ook naar de ernst van het syndroom.
Sommige kleuters met Down kunnen perfect functioneren in een gewone kleuterklas. Ze hebben dan wel aangepaste activiteiten door de KO, en een aantal zorguren van een zorgcoördinator. Deze coördinator neemt het kind dan bij zich en traint het kind op specifieke vaardigheden. vb. motoriek, grijpen.
Deze kleuters kunnen goed mee met de kleuters tot de derde kleuterklas. Hierna beginnen de ouders zich meestal af te vragen of hun kind al dan niet regulier onderwijs verder kan volgen.

Sommigen kiezen bewust voor buitengewoon onderwijs. Hier krijgen de kleuters meer zorguren van een coördinator, wat soms veel beter is.

Onderzoek levert ondersteuning op voor de stelling dat leerlingen met Downsyndroom zich beter ontwikkelen in het regulier onderwijs. Voordelen zijn aangetoond met name op het gebied van schoolse vaardigheden en op het gebied van de spraak-/ taalontwikkeling.

Om tot slot een conclusie neer te schrijven:
Er is geen antwoord op "wat is beter, regulier of buitengewoon onderwijs". Dit is afhankelijk van de ernst van het syndroom, van kind tot kind. Ouders vragen hier best meer advies over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten