dinsdag 30 augustus 2011

Lezersbrief aan Klasse

Beste collega’s,


Steeds meer kinderen met Down worden geboren. Dit komt ofwel doordat de ouders het niet op voorhand wisten dat hun ongeboren kind Down had, of dat ze er bewust voor kiezen om het kind te houden. Toch vraagt dit meer energie dan wij allen denken. Het is en blijft zwaar qua acceptatie. Hoe gaan ouders hiermee om? Hoe verwerken ze zoiets? Waarom krijgen kinderen Down? Zoveel vragen spelen parten.

Wat als mijn kind nu 2,5 - 3j is? Gaat zij/hij naar de gewone kleuterklas of naar het buitengewoon onderwijs? Wat is het verschil? Wil die school mijn kind wel onderwijs bieden?
Sommige scholen staan hier negatief tegenover, en niet alleen de leerkrachten maar ook ouders met “gezonde, normale” kinderen. Hoewel deze kinderen veel kunnen leren van het kind met Down, en omgekeerd. Kinderen leren heel veel van elkaar, maar ook wij leren veel van hen.
Daarom is het ook belangrijk dat wij onze kennis verruimen. Bijscholing en stages lopen, en andere instellingen dan alleen maar het regulier onderwijs kunnen hierbij helpen.
Iedere school heeft zijn eigen voor- en nadelen. Het is aan de ouders om zelf een beslissing te maken. Het is aan te raden een deskundige hierover aan te spreken.

Indien het kind naar het regulier onderwijs gaat, hoe kan het geholpen worden om toch mee te draaien? Er zijn personen die aangesteld kunnen worden als individuele begeleider, GON-begeleiders, logopedisten,... die naast de KO meehelpen in het klasgebeuren. Een individuele begeleider neemt bijvoorbeeld het kind met Down bij zich en werkt rond taal, terwijl de andere kinderen de opdrachttaakjes doen van de KO. Het enige probleem dat zich nu voordoet zijn het aantal zorguren. De kleuterklassen worden alsmaar groter en groter. Wat meer energie en organisatie vraagt van de KO en bijna tot het onmogelijke leidt.

Is het syndroom van Down een straf van God? NEEN! Het syndroom van Down is een aangeboren afwijking die gepaard gaat met een verstandelijke beperking, typerende uitwendige kenmerken en bepaalde medische problemen. Dus je kan er als ouder helemaal niets aan doen. Toch is en blijft dit moeilijk.

Wat ik tijdens mijn onderzoek veel gemerkt heb en wat ik zo mooi vind, is dat deze mensen, met het Downsyndroom, niet leven in het verleden maar in het HEDEN. Zij hechten zoveel belang aan die kleine dingetjes die wij als “normale” mensen voorbij lopen. Wij vergeten dat soms. Wat eigenlijk heel jammer is. Ik kan dus best zeggen dat deze “speciale” mensen meer genieten van het leven. Ze hebben ook dromen, zoals “huisje tuintje boompje”.

Dat brengt mij op de volgende vraag: in hoeverre kunnen we ze dit toelaten? Zijn mensen met het Downsyndroom wel toegestaan om kinderen te krijgen? Ik kan best begrijpen dat mensen zeggen "neen, dat is niet slim". Ze hebben zelf al veel begeleiding nodig, laat staan met een kind erbij. Maar waarom zouden deze mensen het geluk niet mogen kennen? In principe moete wij kunnen zeggen: "Waarom niet?"... Deze vraag blijft een open debat.

Wat moeten wij eigenlijk doen? Dat is vooral deze mensen accepteren in de maatschappij en hen ook de kans geven op ontwikkelen. Zij zijn ook maar mensen. Mensen met een beperking, maar nog steeds mensen. En als KO hebben wij sowieso één hoofddoel voor ieder kind in onze klassen: het kind dichter bij de wereld brengen, en de wereld dichter bij het kind!


De Beul Katjuscha
Studente leerkracht in het kleuteronderwijs aan de KHLeuven



Geen opmerkingen:

Een reactie posten