donderdag 28 juli 2011
Onderzoeksvragen
- Hoe reageren/omgaan met kinderen met syndroom van Down? (Kleuteronderwijs?)
- Buitengewoon onderwijs of gewoon onderwijs? (wanneer wel en wanneer niet?)
- Gezichtspunt van een kind met syndroom van Down?
(- Hoe de ontwikkeling verbeteren/stimuleren zodat het kind toch gewoon onderwijs kan volgen?)
- Hoe katholieke scholen er tegenaan kijken in vergelijking met gewone scholen
- Wat denken mensen bij "het syndroom van Down" en hoe gaan ze ermee om?
- Downsyndroom: straf van God? (religie?)
- Portugal, Spanje, Frankrijk, Groot-Brittannië, Tsjechië en Roemenië hebben hun wet grondig gewijzigd waardoor ouders de keuze hebben tussen gewoon en buitengewoon onderwijs. Waarom lopen wij in Vlaanderen achter?
Mijn mening
Persoonlijk vind ik dat kinderen met syndroom van Down een gewone school kunnen proberen. Dan bedoel ik in het kleuteronderwijs. Het is wel belangrijk dat de ouders goed geïnformeerd en begeleid worden. In het kleuteronderwijs krijgt het kind de kans om zich sociaal meer te ontwikkelen. Niet alleen het kind met Down heeft hierbij voordelen, ook de andere kinderen. Zij leren omgaan met een kind dat "speciaal" is , "anders" dan hen. Ze leren dat niet iedereen hetzelfde is. Hier leren dus zowel de kinderen als het kind met Down zich sociaal te ontwikkelen.
Ieder kind leert op een speelse wijze. Naarmate het kind in het derde kleuterklasje zit, kan men al nadenken of dit kind inderdaad in het gewoon of buitengewoon onderwijs hoort. Ik denk dat dit afhankelijk is van kind tot kind. En natuurlijk van de ontwikkeling van dit kind.
Ik heb zelf stage gelopen in een 3de kleuterklasje waarin een kind zat met syndroom van Down. Hij had zijn eigen manier van speels leren, maar hij kon het wel. Wat de KO voor ogen had, bereikte ze ook stilletjes aan.
Ik vond het ook moeilijk om een goede manier te vinden hoe op dit kind te reageren. Bij het ene kind kan je snel zeggen "neen dat mag niet", waar je met het kind met Down het anders moet aanpakken.
Ook in "activiteiten geven" was het een andere doelstelling. Tijdens het geven van een activiteit kwam het kind met Down bij me. De KO zei dat ze het kind bij haar ging nemen. Dit hoefde niet voor me. Ik heb de activiteit toen aangepast zodat ook dit kind kon meewerken aan de activiteit. En hij toonde zoveel plezier in die activiteit dat ik er zelf heel veel van genoot.
Ik heb in mijn vorige opleiding (Ergotherapie) veel geleerd over mensen met een beperking/handicap, dus ook mensen met een mentale achterstand (vb. NAH). Deze kennis kon ik wat linken met deze stage. Bij kleuters is het toch nog heel wat anders dan bij ouderen.
Deze stage was voor mij dan ook een hele leerrijke ervaring op het geven van activiteiten aan kleuters met het syndroom van Down in je klas.
Maar liefde krijg je zeker terug! Meer dan je soms zou denken!
Motivering artikel
Sommige ouders vragen zich af WAAROM hun kind syndroom van Down heeft. We weten WAT het is. Maar de WAAROM-vraag blijft steeds open. Is het een straf van God? Ieder individu heeft er zijn eigen visie/geloof/gedachtegang over.
In het artikel wordt de link met religie als volgt gelegd: er wordt vermeld dat Portugal, Spanje, Frankrijk, Groot-Brittannië, Tsjechië en Roemenië hun wet grondig gewijzigd hebben en ouders de keuze laten tussen gewoon en buitengewoon onderwijs. Hoe staan deze landen tegenover Down? Waarom lopen wij in Vlaanderen achter?
De link met onderwijs is hier heel duidelijk. Er is een discussie over het plaatsen van kinderen met syndroom van Down in het normaal of buitengewoon onderwijs.Wanneer doen we dit? Wat zijn de voor- en nadelen?
Startartikel
Artikel "Kinderen met Down horen thuis in gewoon onderwijs"
Inclusie van kinderen die lijden aan het syndroom van Down in het normaal onderwijs zou eigenlijk de standaard moeten zijn. Dat zegt Prof. Jo Lebeer in het medisch weekblad de Huisarts. Als de maatschappij deze mensen te weinig integratiekansen geeft, betekent dat volgens hem dat de handicap eigenlijk bij de maatschappij ligt.
Met zijn pleidooi voor de integratie van kinderen met syndroom van Down in het normale onderwijs speelt Prof. Jo Lebeer (Centrum voor Eerstelijns- en Interdisciplinaire Zorg van de Universiteit Antwerpen en extern expert van het Down Team van het UZA) in op de visie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO). De WGO stelt dat andersbegaafde mensen volwaardige burgers zijn en dat er geen reden is om hen in aparte instellingen van de maatschappij af te sluiten.
"Zowel de kinderen met Down als de 'kinderen met een typische ontwikkeling' varen er wel bij. Kinderen met Down omdat ze enkel een aangepast sociaal gedrag kunnen ontwikkelen wanneer ze leven in een omgeving waarin ze worden geconfronteerd met de vigerende gedragsregels. Voor de andere kinderen is het goed om te leren omgaan met diversiteit. Een kind met Down als schoolkameraad kan daarbij helpen."
Recht op inclusief onderwijs
Het idee van inclusief onderwijs ontstond in 1994. De slotverklaring van de Unesco-conferentie in Salamanca stelt dat inclusief onderwijs de norm moet zijn. Dit werd in 2006 geratificeerd door de Conventie voor Rechten van Personen met een Handicap van de Verenigde Naties.
Jo Lebeer wijst erop dat een conventie, in tegenstelling tot een verklaring, kracht van wet heeft: "Er staat letterlijk in deze Conventie dat alle kinderen met een handicap recht hebben op inclusief onderwijs en dat de overheid geld en maatregelen ter beschikking moet stellen om dat recht te laten uitoefenen. Dat impliceert dat ouders klacht kunnen indienen bij het Hof van Straatsburg als hun kind inclusief onderwijs wordt ontzegd."
Vlaanderen loopt achter
Inclusief onderwijs bestaat vandaag ook in Vlaanderen al. Maar toch loopt Vlaanderen achter op landen als Portugal, Spanje, Frankrijk, Groot-Brittannië, Tsjechië en Roemenië die recent hun wet grondig wijzigden en ouders de keuze laten tussen gewoon en buitengewoon onderwijs.
In landen die al een langere traditie hebben inzake inclusief onderwijs (Noorwegen en Italië) zitten alle kinderen met Down in het gewone onderwijs. Vlaanderen bengelt samen met Zwitserland en Duitsland achteraan. Ongeveer 85% van de kinderen met speciale behoeften zitten in het buitengewoon onderwijs.
Bron: http://www.vandaag.be/
Welkom op mijn weblog
Hallo en welkom,
Ik ben Katjuscha De Beul en studeer aan de Katholieke Hogeschool in Leuven voor kleuterleidster.
Voor het vak Religie-Zingeving-Levensbeschouwing (RZL) heb ik de opdracht gekregen om een onderzoek op te starten over een levensbeschouwelijk onderwerp dat eigentijds, actueel en onderwijsgerelateerd is.
Het onderwerp dat ik gekozen heb gaat is "kinderen met syndroom van Down".
Horen kinderen met syndroom van Down in een normale/gewone school of in het buitengewoon onderwijs? Om daar een goed antwoord op te formuleren ging ik op onderzoek.
Op deze weblog vind je een aantal artikels, videofragmenten en meer over kinderen met syndroom van Down die verder uitgediept worden.
Ik wens je alvast veel lees- en kijkplezier op mijn weblog!
Katjuscha